GEREDDE KATJES DIE PERMANENT BIJ ONS BLIJVEN


Een groot deel van de katjes die door ons worden gered, komen uit de dodingsstations. De katjes zitten vaak met veel andere katjes in dezelfde kooi. Dan kun je niet zien, bepalen of kiezen, welke katjes al gesocialiseerd zijn , uit een huisje komen, te socialiseren zijn, een ziekte hebben. Katten kunnen door stress heel anders voorkomen, dan ze in werkelijkheid zijn. De medewerkers van de dodingsstations  bepalen al vaak, vooringenomen, onder welke categorie een katje gaat vallen. Maar als we naar de perrera gaan, wordt er ook altijd gekeken in de kooi voor de wilde katten, zoals ze worden genoemd. Als er een twijfel is of een katje daar wel onder moet vallen, wordt het betreffende katje ook mee genomen. In de praktijk wordt er altijd geprobeerd gewoon alle katjes mee te nemen.

Eerst gaan de katten in quarantaine en dan wordt er duidelijk welke katten op korte termijn ter adoptie kunnen komen. Ze ontvangen medische zorg zoals een bloedtest op kattenaids en leukemie, ontwormen, ontvlooien en de vaccinaties . De katjes waar twijfel over is, worden nader bekeken en krijgen meer tijd. Blijkt na verloop van tijd dat deze katten beter niet ter adoptie kunnen komen, blijven ze permanent bij ons wonen. Dat is meestal in de tuin van onze opvang. Daar is ruimte en toch voldoende controle. Deze katten hebben  net zoveel (medische) zorg nodig als alle andere katjes. Daarom proberen we voor deze katjes ook ondersteuning te vinden, maar dat zal permanent zijn. Daarom gebruiken we deze benaming.

 

Al deze katjes zijn niet aanraakbaar, soms ook met leucemie of aids en ook eentje blind.